Home

tijdgeest

 

Generatie 7

(1775 - 1835)

 

 

 

Staatshoofden:

1751-1795: Stadhouder Willem V (de Zeven Verenigde Nederlanden)

1795-1806: de Bataafse Republiek (onder bewind van ...)

1806 - 1810: Koning Lodewijk Napoleon (Bataafse Republiek)

1810 - 1814: Keizer Napoleon (Republiek ingelijfd bij Frankrijk)

1814 - 1840: Koning Willem I (Koninkrijk Nederland)

Napoleon I Bonaparte (1769-1821)

 

Vanaf 1800 vindt een snelle groei van de bevolking plaats.

 

1793: de Franse Nationale Conventie verklaart in 1793 de Republiek de oorlog en Franse troepen vallen ons land binnen. De troepen zien zich echter genoodzaakt ons land in april weer te ontruimen, omdat de Oostenrijkse troepen in de Zuidelijke Nederlanden erin geslaagd zijn de Fransen een beslissende nederlaag toe te brengen.

 

1795: De Fransen overschrijden de grote rivieren. De Fransen stoten onder leiding van Pichegru door naar Holland en Utrecht. De veldtocht is al aan de gang vanaf augustus 1794. Pichegru heeft eerst de gecombineerde strijdmachten van Oostenrijk, Groot-Brittannië en de Republiek in de Zuidelijke Nederlanden verslagen, waarna hij langzaam is opgetrokken naar het noorden. Profiterend van de invallende vorst in december 1794 wist hij tegen het eind van het jaar de Bommelerwaard en de Merwede te bereiken, om vandaar de aanval op het hart van de Republiek in te zetten. Het Staatse leger houdt op te bestaan. Prins Willem V verlaat de Republiek en zoekt zijn toevlucht in Groot-Brittannië. Het betekent het einde van het bewind van de stadhouders uit het Oranjehuis en tevens het eind van de Republiek der Verenigde Nederlanden en van het Staatse leger. Het komt tot een politieke omwenteling.

 

1799: Engelse troepen landen op de kust van Noord-Holland. Engelse troepen doen een inval in de Bataafse Republiek met de bedoeling een grote opstand te ontketenen. De landing vindt plaats tussen Den Helder en Callantsoog. De Bataafse en Franse troepen brengen Noord-Holland in staat van verdediging. Den Helder wordt opgegeven en de vloot valt in Engelse handen. Op 11 september arriveren ook nog Russische troepen. De Tsaar heeft twee divisies toegezegd ter ondersteuning van de Engelse inval. In totaal worden 35.000 Engelse en Russiche militairen aan land gezet. Op 19 september lanceren zij een verrassingsaanval op Bergen. De Russen nemen de plaats in en plunderen die. De Bataafs-Franse troepenmacht onderneemt onmiddellijk een tegenaanval en weet de plaats te heroveren. Op 6 oktober komt het bij Castricum tot felle strijd. De plaats verandert een aantal malen van 'eigenaar'. Aanvallen en tegenaanvallen volgen elkaar in hoog tempo op. Een tijdlang worden huis-aan-huisgevechten geleverd. Uiteindelijk blijft de plaats in eigen handen. De Engelse bevelhebber, de hertog van York, beseft dat de inval is mislukt. Tot een volksopstand tegen het Bataafse bewind is het niet gekomen en zonder enig succes te boeken keren de Engelse en Russische troepen uiteindelijk huiswaarts.

1806: Napoleon I, keizer der Fransen, geeft zijn Europese veroveringen aan zijn familieleden: zijn broer Lodewijk wordt koning van Holland (de Bataafse Republiek).

1808: Slag bij Durango. Napoleon heeft in 1808 een Nederlandse brigade van 3.000 man opgeroepen om deel te nemen aan de strijd in Spanje. De brigade bestaat uit infanterie, cavalerie en rijdende artillerie en staat onder bevel van generaal D.H. Chassé. De Spaanse bevolking is in mei 1808 in opstand gekomen tegen de Franse overheersing. De strijd wordt met reguliere troepen gevoerd, maar ook in de vorm van een guerrilla tegen de Fransen en hun bondgenoten (onder wie de Nederlanders). Bij Durango in Baskenland nemen de Nederlandse militairen voor het eerst deel aan een grote slag. Zij hebben een belangrijk aandeel in de Franse overwinning; Chassé krijgt als beloning het Legioen van Eer, de door Napoleon in 1802 ingestelde ridderorde.

 

1809: Strijd bij Stralsund. Onder leiding van majoor F. von Schill is het garnizoen van Stralsund (circa 5.000 man) in opstand gekomen tegen het Franse gezag. Met een strijdmacht van 5.000 Nederlandse militairen en 1.500 Denen verschijnt de Franse generaal Gratien voor de stad. Nederlandse infanteristen onder aanvoering van korporaal P.F. Vermeulen Krieger weten als eersten in de vesting door te dringen via het moeras ten westen van de stad. Na bloedige straatgevechten wordt de stad veroverd. Von Schill wordt gedood. Zijn hoofd wordt op sterk water gezet en in de Anatomische Verzameling van de Leidse universiteit tentoongesteld. Het zal in 1836 weer aan de Duitsers worden teruggegeven.

 

1809: Slag bij Talavera. Spaanse en Engelse troepen rukken op naar Madrid. Franse troepen houden de opmars tegen in de vallei van de Taag. Een dag van felle strijd, waaraan ook de Nederlandse brigade deelneemt, brengt geen beslissing. De Engelsen claimen de overwinning, maar een groot deel van het Engelse leger keert toch terug naar de basis in Portugal. Hun bevelhebber, generaal Arthur Wellesley, krijgt de titel 'Lord Wellington, viscount of Talavera'.

 

1809: Engelse inval op Walcheren: Het doel van deze nieuwe Engelse inval is de verovering van Antwerpen, de strategisch gelegen stad aan de Schelde. De Engelse troepen veroveren Walcheren zonder veel problemen, met uitzondering van de sterke vesting Vlissingen (die door Napoleon voor onneembaar wordt gehouden). Na een zwaar bombardement slagen zij er toch in de vesting in te nemen op 15 augustus. Het verzet van de Frans/Nederlandse troepen onder commando van generaal Bruce is krachteloos en ongeïnspireerd. Het Engelse offensief loopt vervolgens toch vast. De verovering van Antwerpen mislukt en de troepen worden getroffen door malaria-achtige koortsen, waardoor een verder verblijf in Zeeland onmogelijk wordt.

 

1809: Slag bij Almonacid. De Engels/Spaanse campagne langs de Taag eindigt met de slag bij Almonacid. De Fransen en hun bondgenoten verslaan het geallieerde leger met grote overmacht. De Nederlandse rijdende artillerie onder kolonel H.R. Trip en de huzaren onder kolonel J.B. van Merlen spelen een grote rol in deze slag.

 

1810: Ontbinding van het Nederlandse leger. Met de inlijving van Nederland bij Frankrijk verdwijnt ook het Nederlandse leger als zelfstandige organisatie. De nog aanwezige Nederlandse troepen gaan deel uitmaken van het Franse leger. Zij vormen onder andere het 123ste, 124ste, 125ste en 126ste regiment infanterie van linie, de hekkensluiters van het Franse leger.

 

1812: De overtocht over de Berezina. Op de terugtocht uit Moskou worden twee bruggen over de Berezina geslagen. Eén daarvan wordt aangelegd door Nederlandse pontonniers onder bevel van kapitein G.D. Benthien. Zij maken daarmee de ontsnapping mogelijk van Napoleon en de restanten van de Grande Armée na de mislukte veldtocht tegen Rusland, die begon op 24 juni 1812. 15.000 Nederlandse militairen nemen aan deze veldtocht deel. Slechts enkele honderden keren behouden terug.

 

1812: Oorlog van Napoleon tegen Rusland, dat zich als grote mogendheid wil handhaven tegenover het Franse imperialisme. De Russen trekken zich terug om Napoleon gedurende de winter diep het land in te lokken. Gebrekkige bevoorrading wordt catastrofaal. Op 19 oktober begint de terugtocht uit Rusland. Verschrikkelijke ellende door vorst en honger.

 

1813: in oktober worden de Fransen uit Noordwest-Duitsland en Holland (optreden van Van Hogendorp, Van der Duyn, Van Maasdam en Van Limburg Stirum) verdreven.

 

1814-1815: Congres van Wenen, waar een geheel nieuwe kaart van Europa getekend wordt. De vroegere Republiek der Zeven Nederlanden wordt met België samengevoegd. Koning Willem I als groothertog van Luxemburg tevens lid van de Duitse Bond.

 

1814: Willem I (1772-1843) wordt Koning van Nederland. Hij leidt als kapitein-generaal de operaties tegen de Fransen in de jaren 1793-1795.

 

1815: Het gevecht bij Quatre Bras. Napoleon ontsnapt van zijn ballingsoord Elba en keert zegevierend in Parijs terug. In juni 1815 trekt hij met een 130.000 man sterk leger de Frans-Nederlandse grens over in de richting van Brussel. Een Engels/Pruisisch/Nederlands leger onder bevel van de hertog van Wellington trekt zich samen om de hernieuwde Franse agressie het hoofd te bieden. Franse eenheden onder maarschalk M. Ney stuiten op Nederlandse troepen die onder bevel van de generaal H.G. de Perponcher en J.V. de Constant Rebecque naar het strategisch gelegen kruispunt van wegen bij Quatre Bras zijn opgerukt, veertig kilometer ten zuiden van Brussel. Beide generaals hebben een bevel van de hertog van Wellington om terug te trekken in de wind geslagen. Tijdens een fel gevecht slagen Nederlandse troepen er in de Franse opmars tegen te houden. Het is een groot succes voor de militairen van het nog jonge en onervaren Nederlandse leger.

 

1815: Slag bij Waterloo, vlak ten zuiden van Brussel, vindt de voor de toekomst van Europa beslissende slag plaats tussen Napoleon (72.000 man) en de geallieerden (68.000 man). De slag duurt van half twaalf in de ochtend tot half acht 's avonds. Onder het opperbevel van de Prins van Oranje, die tijdens de strijd aan zijn schouder wordt verwond, worden drie divisies infanterie ingezet, elk van twee brigades, alsmede twee brigades cavalerie en 36 vuurmonden van de artillerie. In totaal telt de Nederlandse bijdrage 18.500 man, waarvan bijna 3.000 sneuvelen, gewond of vermist raken. Dramatisch is de vernietiging van brigade Van Bijlandt, die door Wellington op een uiterst ongunstige positie is geplaatst en door de Franse artillerie al in de eerste fase van de slag is uitgeschakeld. Beslissend is de aanval met de bajonet die de divisie-Chassé aan de westkant van het slagveld aan het eind van de dag inzet tegen de Keizerlijke Garde. De garde wordt teruggedreven en dat betekent voor Napoleon het begin van het einde. De Franse troepen zijn verslagen en slaan op de vlucht. Drie dagen later treedt Napoleon af; hij wordt naar St. Helena verbannen.